Dokkum - Moddergat
Dag 1: Met onze Ally reisden we naar Dokkum. De supermarkt is heel dicht bij de bushalte, dat is makkelijk. We sloegen flink in en liepen nog een klein stukje om onze Ally op te bouwen. Zo, een veertig minuten later is ze klaar voor gebruik, maar eerst moet er geluncht worden.
We komen al snel bij een sluisje dat niet bediend wordt, overdragen dus. Daarna gaan we linksaf, onder de weg door, dat past net en dan rechtsaf de Oude Paessens op. We varen door akkerbouw, weidevogels vliegen op, watervogels vluchten voor ons uit. Eenden doen of ze lam zijn, natuurlijk zijn ze dat niet: ze lokken ons mee en net als we ver genoeg van hun nest af zijn vliegen ze op en terug naar hun kroost. Wat een opzichtige verdedigingsstrategie, ze kennen niet anders. We slaan de eerste afslag linksaf in, geen idee hoe dit watertje heet. De bruggen kunnen we hebben, het is wel goed bukken uit uitkijken voor de dikke spinnen. Op de splitsing gaan we rechts en al snel moeten we overdragen. Ook wel lekker, even de kano uit. De overdraging is simpel, over een weiland, we kunnen er makkelijk uit en in want het is ondiep hier. Ook de tweede overdraging, een klein stukje verderop, verloopt soepel. We gaan hierna linksaf en varen zover als we kunnen richting Foudgum. De kerk s centraal gelegen en staat op een terp, vanaf de kano is dit een prachtig gezicht. Als we niet meer verder kunnen draaien we om, nog niet zo heel eenvoudig in een klein slootje, en varen terug de Paezens op. Nu nemen we de tweede afslag rechts. Er zwemt iets voor de boot, we ;hebben geen idee wat, maar het veroorzaakt een flinke golf. Gek hoor. Het is toch geen zeehond?
Aan het einde gaan we rechts, dit kennen we al, en waar we eerder noordwaarts gingen, gaan we nu zuidwaarts. Over de Foudgumer Faert, tussen de weilanden door. Tot we op de Dokkumer Ee zijn. Hop, linksaf, naar Dokkum. Het is altijd leuk door het centrum te varen van dit mooie stadje. Wij gaan naar de camping. De zijingang wordt voor ons opengedaan zodat we heel dicht bij het water de tent op kunnen zetten. Lekker plekje is dit toch.
Dag 2: van Dokkum naar Moddergat. We vroegen ons af: is het mogelijk hier te varen? We weten het nu, het kan. Maar eenvoudig was het niet...
We vertrekken bijtijds. Terug naar het sluisje dus, en overdragen maar weer, en dan al snel rechtsaf de Ealsumer Faert op. Het weer is goed, een lekker temperatuurtje, de korte broek is aan en het is droog. We varen om de begraafplaats van Aalsum en gaan rechtsaf. Deze faert volgen we lang. Vaak hebben we zicht op de landbouw en de weilanden, maar vaak zitten we ook in het riet. We vermaken ons met de watervogels en gelukkig zijn er genoeg bochtjes om het spannend te houden: wat zou er toch achter het volgende bochtje zijn? Vlak voor "de grote bocht naar rechts" slaan we linksaf en doen Hantumerhuizen aan. We lopen een rondje om de kerk en bekijken het dorp. Een boterham gaat er wel weer in, wat een trek zeg... We zoeken onze faert weer op en gaan op en neer naar Wierum. De kerk ligt tegen de dijk, kijk, daar is de Waddenzee en heel in de verte ligt Terschelling. Nee, dat is ons te gortig, we varen wel terug naar de vaart en volgen de Paesens weer. Natuurlijk doen we ook het heen-en-weertje naar Nes, en volgen de faert weer. Die wordt steeds smaller, het riet steeds hoger en dichter. We denken vast te lopen, het past nog net, en ineens is daar Moddergat! We trekken de kano uit het water, zetten hem op de wieltjes en lopen naar de camping. We bekijken het dorp en kijken uit op de Waddenzee. Er is een klein maar leuk museum over de haven in het dorp: vroeger was het een welvarende haven doordat er veel vissersschepen hier hun thuis hadden.
Dag 3: naar Dokkum.
We lopen met de kano op de wieltjes naar Lioessens. Daar is een klein haventje, we laten de kano te water, pakken in en gaan weer! We varen langs Morra en na een mooi tochtje door landbouwgebied komen we op de bredere Suderie. Hier slaan we rechtsaf, bezoeken Metslawier nog even maar dat valt ons een beetje tegen. Dan maar weer door, Jammer van de drukke weg waar we langs varen, dat maakt het toch minder leuk. Op een kruising gaan we rechtsaf voor een heen-en-weertje: je moet toch alles gevaren hebben niet waar? We gaan dan de Eastrumer Opfaert op, leuk, die is smal en passeert wat boerderijen en we varen door de weilanden. Ons doel is heel zichtbaar: de toren van de oude fabriek steeds overal bovenuit. Daar kunnen we niet meer verder, hier moet overgedragen worden. Het is wel een beetje vreemd. We kunnen er bij een steigertje prima uit maar lopen dan tegen prikkeldraad aan. Met kunst en vliegwerk sjouwen we er alles overheen zonder onze spullen te beschadigen en leggen de kano in het haventje. Hier varen we de Dokkumer Ee op, tot in Dokkum. Dat is niet o heel ver meer.
Hier halen we de kano weer uit elkaar, alles gaat de rugzakken in en de rugzakken gaan met ons de bus in, naar Leeuwarden. Daar zoeken we een plekje in de trein en gaan naar huis, na drie heerlijke dagen in de kano.