LAW 15. Westerborkpad

Westerborkpad.

Het klinkt nu niet als een heel erg gezellig pad: het Westerborkpad. Een route van 342 kilometer lang, beginnend in Amsterdam en eindigend in kamp Westerbork. Niet iets om eens gezellig babbelend met het hele gezin te doen. Toch begin ik er aan. Ik wil alle paden in Nederland lopen, dus deze ook. Bovendien vind ik het cultuurhistorisch interessant. Met ouders die de Tweede Wereldoorlog meegemaakt hebben, heb ik ook wel iets van een tik van deze molen meegekregen en ben ik er van overtuigd dat we deze periode in de geschiedenis nooit vergeten mogen. Dus gezellig: nee. Maar wel boeiend en belangrijk, zodat we nooit vergeten.

Het pad loopt dus van Amsterdam naar Kamp Westerbork. Het volgt veel de spoorlijn. Dat maakt het landschappelijk misschien minder interessant en ook vrees ik het vele asfalt dat gevolgd moet gaan worden.

De route is één kant op gemarkeerd, want terug komen deden de mensen niet. Ik voel me tegendraads, want ik wil hem toch echt ook wel eens tegen de richting in lopen. De gps zal me hierbij helpen weet ik. De rood witte stickers wijzen me vaak de weg, op deze stickers is ook nog een symbool van prikkeldraad aangebracht. Ik weet niet wat ik hier van denken moet: ik snap het wel maar het maakt het ook zo beladen, bijna luguber...

Amsterdam - Weesp.

29 juni 2018 begin ik aan de route. Een mooie datum vind ik. Morgen is de geboortedag van mijn vader, die een trauma overhield aan de oorlog. Hij heeft er nooit over willen praten, een keuze die ik gerespecteerd heb.

Ik stap in Amsterdam uit de trein en zoek het startpunt van de route op. Het voelt best gek. Ik loop wel vaker in Amsterdam, in spijkerbroek en dikke jas. Maar nu loop ik hier in mijn buitensportuitrusting, ik voel me totaal misplaatst. Ik loop over diverse bekende plekjes, als de Vijzelstraat, de Herengracht en de Leidsestraat. De panden zijn hoog, breed, statig en mooi, de grachten zo typisch Amsterdam. Rondvaartboten maken overuren, ik hoor alleen maar Engels en het stikt er van de toeristen. Wietwalmen hangen over de straten en ook om 10.30 uur wordt er bier getapt. Welcome to Amsterdam.

Ik loop langs het Anne Frank Huis, waar toeristen in lange rijen staan te wachten tot ze naar binnen kunnen. Bijzonder dat dit onderduikadres zo'n populair bezoekadres geworden is. Maar ook heel mooi, want juist ja, we mogen nooit vergeten.

Ik passeer de Hollandse Schouwburg. De Duitsers noemden in de oorlog dit de "Joodse Schouwburg": dit was de verzamelplek voor opgepakte Joden. Ik loop langs een synagoge en wandel langs Artis. Gek, die geluiden van apen zo midden in de stad. Ik stap lekker door, door het Oosterpark, en door de winkelstraat. Links af, Transvaalstraat in, grappig, hier woonde een vriendin van me, ik ben vast haar huis gepasseerd maar ik weet het huisnummer niet meer. Ik loop nu langs de Ringvaart van Watergraafsmeer en langs de Joodse begraafplaats van Diemen. Indrukwekkend wel, al die graven. Dan loop ik langs het Amsterdam Rijn kanaal en onder de Nesciobrug door. Een heel lange brug, de langste van Nederland roepen de Amsterdammers. Na de brug sla ik rechtsaf en loop ineens in een park. Gek hoor, loop ik zo dicht bij een drukke weg, toch heb ik het gevoel in de natuur te lopen. Vlinders vliegen over het pad, watervogels spetteren in het water, een roofvogel staat stil aan de hemel.

Toch loop ik de stad weer in, het asfalt op. Het duurt even maar dan wandel ik over een smal paadje door de weilanden. De stad ligt al achter me en Weesp lijkt nog ver weg, de bebouwing is ver te zoeken.

Na de brug over het Amsterdam Rijn Kanaal loop ik langs het spoor. Dat lijkt saai maar valt heel erg mee: nog steeds kijk ik ver van me af en zie ik voornamelijk polderlandschap. Dit gaat over in de nieuwbouwwijk van Weesp. Na 26 kilometer ben ik bij het station van Weesp en ben ik zo thuis. Daar hang ik onder de kraan, wat een warme dag vandaag! De twee liter water die ik bij me had was niet genoeg, ik moet toch echt bijtanken!

Weesp - Hilversum.

Het is 23 juli 2018. Ik ben naar Weesp gereisd en loop naar Hilversum vandaag.

Eerst loop ik door Weesp. Wat een mooi stadje is dit toch. Het is rijk geworden door de handel in cacao, met als gevolgd dat de grachtenpanden statig overkomen, de huizen protserig maar ook mooi, de steegjes zijn knus beklinkerd en de sfeer is goed. Ik steek de Vecht over, dit is bekend terrein voor me, en loop langs het fort door naar de overzijde van de Vecht. Die volg ik heel lang, het weggetje kronkelt met de Vecht mee, tot in Muiden. Daar zie ik het slot al van verre, het torent hoog boven alles uit. Het stadje is van origine een vestingstad, de muren en wallen dienden ter verdediging. De gezellige terrassen van de horeca zijn al goed bezet, ook vandaag is een warme dag.

Ik loop nog lekker door, over het graspad langs het fort en dan over de dijk naar Muiderberg. Het is heel helder, ik kijk over het IJmeer en zie Pampus liggen.

In Muiderberg passeer ik de grootste begraafplaats van Nederland en loop langs het Naardermeer. Mooi is het hier. En relatief koel: ik loop lekker in de schaduw van de bomen en dat is super fijn!

Dan loop ik Bussum in, doe een rondje om de synagoge en de joodse begraafplaats te zien en passeer het mooie en oude station. Het duurt best wel even voor ik Bussum uit ben en beland op de Bussumer- en Westerheide. Ik ben blij dat ik van het asfalt af ben en ook al is de ondergrond mul, ik voel me heel goed. Ik loop over die kaarsrechte zandweg, ook wel "het gebed zonder eind" genoemd en zie de tv-toren van Hilversum van verre. In Hilversum loop ik tegen de begraafplaats aan en dan naar het spoor dat ik volg tot bij het station. Dan ben ik bijna 30 kilometer verder, best veel met deze warmte vind ik...

Amersfoort - Nijkerk.

2 augustus 2018. Amersfoort - Nijkerk, maar dan andersom. 22,5 km.

Ik begin in Nijkerk vandaag. Opnieuw is het warm, meer dan dertig graden. Toch wil ik er op uit. Bijzonder...

Het eerste deel is eigenlijk heel saai. Ik loop terug richting Amersfoort en dat doe ik vrijwel de gehele tijd langs de spoorlijn. En over het harde asfalt. Pas als in bijna thuis ben, in Amersfoort bij waar vroeger café "de Rooie Cent" was, ga ik de stad in. Heel grappig dit: ik voel me toerist en ineens ga ik anders naar Amersfoort kijken. Kijk eens wat een mooie oude waterpoort. Wat een leuke grachten en mooie straatjes met mooie huizen. Wat is "Onze Lieve Vrouwe toren" toch mooi, Heel leuk: het voor mij alledaagse wordt ineens bijzonder.

Via de lange Leusderweg loop ik de stad uit. Dat is ook leuk, ik ben hier lange tijd niet geweest en ik vind het heerlijk te kijken welke winkels wel en welke niet meer bestaan. Dan loop ik het bos in, kruis de snelweg en loop naar de "Russische" oorlogsbegraafplaats. In 1941 kwamen 101 krijgsgevangenen aan in Amersfoort. Zij werden aan het oostfront, in de Sovjet-Unie, gevangen genomen en in kamp Amersfoort gevangen gezet in zeer barre omstandigheden. Binnen een half jaar overleden 24 van hen van honger of door mishandeling. Op 9 april 1942 weerden de overgebleven 77 krijgsgevangenen gefusilleerd.

Niet veel verder zijn de restanten van "Kamp Amersfoort". Dit was in de Tweede Wereldoorlog een doorgangskamp. Mensen werden hier verzameld en daarna op transport naar Westerbork gesteld. De omstandigheden waren bijzonder slecht, in het totaal hebben 35.000 mensen hier gevangen gezeten. Ik loop langs de plek waar vroeger de barakken stonden, er staat een gerestaureerde uitkijktoren. Prikkeldraad markeert de grens van het kamp, de schietbaan is nog duidelijk zichtbaar en "de ijzeren man", een mooi beeld, geeft het verhaal van deze plek weer. Zijn hand is machteloos gebald, zijn andere hand vragend geopend. Hij kijkt op de schietbaan, waar mensen ook gefusilleerd zijn. Aan het begin van de weg naar het kamp staat "de ladder", een werk van Armando. Prachtig dit, het maakt indruk op me en ik schaam me dat ik er nooit geweest ben. In het bijzonder wordt hier het transport van 11 oktober 1944 herdacht. 1441 gevangenen werden die dag getransporteerd, waaronder politieagenten die weigerden mee te werken aan de Duitse praktijken, 601 mensen uit Putten als represaille voor de aanslag op drie Duitse officieren, mensen die bij een razzia in Gorinchem opgepakt werden en mensen uit De Bilt.

Ik wandel door, langs de vroegere "Sinaï", dat een psychiatrische instelling was voor mensen van Joodse komaf. Hoe bizar, dit op deze plek. Dan loop ik over een mooie paadje naar "de betere wijk" van Amersfoort, over de Berg, waar grote en de duurdere huizen staan. Ik loop een beetje naar beneden en zo tegen het station aan. Daar staat mijn fiets, ik kan zo naar huis.

7 augustus 2018.

Man wat is het warm! Het gaat 36 graden worden vandaag is me beloofd, ik voel de hitte nu al. Ik ben blij dat ik af en toe door het bos ga lopen, daar is de schaduw, die zal me wat verkoelen.

Ik loop vandaag van Hilversum naar Amersfoort en dat is zo'n 32 kilometer. Ik wandel van het station door de stad. Of is het een dorp? Ik geloof niet dat Hilversum stadsrechten heeft. Ik heb hier in een grijs verleden nog gewoond, maar veel indruk heeft het niet gemaakt, ik herken er nog maar weinig van. Het is een plaats waar de welvaart hoog geweest is en nog wel is denk ik, gezien de huizen. Die zijn groot en doen welvarend aan. Ik loop langs de Joodse begraafplaats. Er staat een monument, ter nagedachtenis aan hen die gedeporteerd zijn. Iets verder is wederom een monument, nu voor jongere Joden. Deze Duits sprekende jongeren woonden hier in Loosdrecht waar ik inmiddels ben, in een paviljoen waar ze voorbereid werden op een vertrek naar Palestina. Maar toen begon de oorlog. Ze hebben het bijna allemaal overleefd doordat ze onderdoken. De namen van hen die het niet overleefden, staan op dit monument. Ik loop langs station Hilversum Sportpark, dat aan het lijntje ligt met die bijzondere bovenleidingen. Het is net of je door een onoverdekte tunnel rijdt, de bovenleidingen vormen bogen over het spoor.

Ik loop nu door het bos langs de spoorlijn. Het is een mooi bos, ik vermaak me wel. Dan moet ik toch echt de schaduw uit en loop Baarn in. Dit is oorspronkelijk gesticht door de rijke Amsterdammers, die hier een buitenhuis bouwden. Wouw, wat een grote en bijzondere huizen staan hier toch! Het station heeft een Koninklijke Wachtkamer. Die was speciaal voor Prins Hendrik van Oranje, die de spoorlijn mogelijk maakte. Als tegenprestatie wilde hij wel een eigen wachtkamer, je kan toch niet tussen het gewone volk zitten...

Ik drink er een flesje frisdrank, mijn water is al bijna op. Ik drink er nóg een flesje frisdrank, man wat is het warm...

Ik loop door landbouwgebied naar Amersfoort. Die route ken ik wel, daar kom ik regelmatig, maar toch vind ik het leuk om hier te lopen. In Amersfoort passeer ik de Joodse begraafplaats. Ook hier is een monument, voor 55 onbekende Joodse slachtoffers. Zij zijn hier herbegraven, hun lichamen werden in een massagraf op de Leusderheide gevonden.

Dan ben ik weer bij het station, pak mijn fiets en ga naar huis. Onder de douche zie ik rode plekken op mijn kuiten en bovenbenen: warmtestuwing. Het was misschien wel iets té heet vandaag...

Nijkerk - Harderwijk.

28 augustus 2018.

Tjonge zeg, het is alweer mooi weer! Dus pak ik in Nijkerk mijn route weer op. Ik loop door het dorp en langs de synagoge. Dat wil zeggen, het gebouw dat vroeger de synagoge was. 48 Joodse inwoners van Nijkerk werden in de Tweede Wereldoorlog vermoord, een monument herinnert hieraan.

Ik loop langs de spoorlijn en het dorp uit, langs houtwallen en weilanden, het stapt lekker door zo. Ik passeer de Oldenallersebrug. Hier werd op 1 oktober in 1944 een aanslag op een Duitse auto gepleegd. Dat leidde tot een drama dat Putten nog steeds tekent. De represaille die op 2oktober volgde was afschuwelijk. Ruim honderd woningen werden platgebrand en de gehele mannelijke bevolking van Putten, 657 man, werd gedeporteerd naar kamp Amersfoort. 59 Mannen werden hier vrijgelaten, de overige 598 mannen werden naar concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg getransporteerd. Slechts 48 mannen keerden hiervan terug, het kostte 550 Puttenaren het leven. De vrouw van Putten, een beeld in het centrum van het dorp, kijkt bedroefd voor zich uit, met de zakdoek in de hand. Dit monument staat tegenover de kerk: de vrouw kijkt naar hoe de mannen uit deze kerk werden weggevoerd.

Het duurde even voor ik in Putten was: de wandeling door bos en heide was prachtig. Wat een schril contrast met wat zich hier afgespeeld heeft.

Het station van Putten dat ik passeerde, ligt een stukje buiten het dorp. Bij de aanleg van de spoorlijn kwam hevig protest van de streng christelijke bevolking, die hun zondagsrust verstoord zag worden. Als compromis werd de spoorlijn enkele kilometers buiten het dorp aangelegd.

Er zijn wegwerkzaamheden, maar ik mag er langs. Ik loop langs kasteel De Vanenburg. Hier werden Joodse mannen vastgezet om dwangarbeid te verrichten. Best vervreemdend, het kasteel ziet er nu zo vreedzaam uit.

Ik wandel weer naar de spoorlijn, volg die even door bos en over de heide. Die is nauwelijks paars, de droogte heeft de heide kleurloos gemaakt.

Ik loop Ermelo even in omdat ik batterijen voor mijn gps kopen wil. Er hangen veel zo op het oog psychiatrisch patiënten rond. Ja, de grote instelling is dichtbij, het is mij wel een raadsel waarom zoveel grote instellingen zo dicht bij spoorlijnen liggen....

Heel inspirerend is het niet meer tot Harderwijk. Ik passeer nog de Joodse begraafplaats en loop dan tegen het station aan. De trein komt er al heel snel aan, terug naar Amersfoort. Het voelt zeker na vandaag als de goede kant op: tegen de richting van Westerbork in.

Harderwijk - Nunspeet.

9 september 2018.

Vandaag pak ik het stukje Harderwijk naar Nunspeet. Daarvoor mag ik eerst door Harderwijk. Het is een oude stad met een vispoort, een mooi oud raadshuis, vroegere kloosters en een universiteit. Het was een Hanzestad en er zat dus geld, dat is nog steeds te zien aan de statige huizen. In de oude synagoge staat een beeld dat doet herinneren aan de vele Joden die de oorlog niet overleefd hebben.

Na een lang en saai stuk langs de spoorlijn mag ik die over. Ha, hier wordt het leuk! Ik wandel door het bos en later over het stuifzand van het Hulhorsterzand. Prachtig is het hier, met al die duinen, een enkele boom en een enkel heidestruikje. Na dit spektakel moet ik de snelweg en het spoor weer over. Het wordt hiermee niet saai, ik blijf in het bos tot in ineens in de industrie van Nunspeet sta. Het station is dan niet ver weg meer en Amersfoort ook niet.

18 september. Het is al weer een heel mooie dag, ik heb mijn korte broek nog aan, zo warm is het vandaag! Ik loop een rondje Nunspeet, een kilometer of twintig.

De route begin bij het station en ik loop zuidwaarts. Over asfalt, het pad wordt weliswaar steeds smaller maar de ondergrond blijft hard. Ik loop door bos en het pad is afgerasterd, zowel links als rechts van me is bos waar ik niet in mag. Pas in Vierhouten wordt het vrijer. In het dorp is het druk, de terrasjes zitten vol.

Hier mag ik de zandpaden op en over heide. Dat is lekker en mooi, al is de heide ook hier nooit echt gaan bloeien door de warmte.

Ik loop het bos weer in, naar het verscholen dorp. Hier werden in de Tweede Wereldoorlog tachtig tot honderd onderduikers door opa Bakker en tante Cor opgevangen. Ze leefden in negen hutten, verscholen in het bos. Een monument iets verderop markeert de plek waar acht Joden uit het onderduikkerskamp gefusilleerd werden. Ik loop hier heel lang recht door, en maar rechtdoor, er lijkt geen eind aan te komen. Dat doet het toch, met wat bochten steek ik de snelweg over en kom bij een recreatieplas. Ook nu wordt er nog gezwommen, het is zo'n zomer waar maar geen eind aan komt.

Ik ben dan al snel weer bij het station, waar de trein me naar Amersfoort brengt. 

Nunspeet - 't Harde.

5 oktober. Weer een dagje Westerborkpad!

Ik reis opnieuw naar Nunspeet. De deuren van de trein gaan hier maar niet open, het duurt een minuut of tien voor ik de trein uit mag. Er wordt gewacht op de politie, die de zwartrijdende bedelaar inrekent.

Maar daar ga ik dan. Ik heb mijn nieuwe schoenen aan, een tweede inlooptochtje. Na vandaag mogen ze mee naar Nepal.

Ik loop door Nunspeet, de huizen zijn groot en statig, de tuinen enorm. Hier heeft veel geld gezeten en misschien is dat er nog wel steeds.

Behalve een monument voor de gevallenen in Nunspeet komt ik verder niets tegen dat aan de oorlog refereert. Of het moet de spoorlijn zijn, daar loop ik alle 24 kilometers bijna parallel aan. Dat klinkt saai maar is het niet. Ik loop door een heel mooi bos dat bestaat uit dennen, maar ook kastanjes, berken, beuken en eiken. De eikels en beuken vallen van de boom en soms op mijn hoofd, de paddenstoelen schieten uit de grond. Al is het nog steeds twintig graden, de herfst komt er aan! Ook pak ik nog een stuk stuifzand mee. Het glooit eigenlijk constant, de paadjes zijn soms breed, dan weer smalle kronkelende paadjes, de vogels talrijk en in de verte zie ik nog een wild zwijn.

Na een prachtige wandeldag kom ik bij station 't Harde. Daar kan ik naar huis en deze keer gaan de deuren van de trein gewoon open.

't Harde - Wezep

Een mooie wandeldag! Ik wandel door bossen, over heides en zandverstuivingen, langs weides met vergezichten en doe het mooie vissers- en vestingsstadje Elburg aan. Onderweg zie ik verschillende plekken waar de Tweede Wereldoorlog wonden heeft nagelaten, bij synagoges en Joodse begraafplaatsen.

Wezep - Markteweg.

1 mei 2019. Het is even geleden dat ik een stuk van dit pad liep. Hoog tijd dus, ik kom uit de slaapdienst en het weer wordt goed. Gaan dus!

Ik reis naar een bushalte achter Zwolle, Markteweg. Daar loop ik terug naar Zwolle. Over een watertje waar ik ongetwijfeld al eens gekanood heb en door industrieterrein. Ik loop langs het stadion van PEC, hier heb ik inderdaad al eens gevaren. Ik loop langs de molen en dan door Zwolle naar de singel. De binnenstad vond ik vroeger doods, nu leeft het en de straatjes zijn smal, de huizen mooi. Leuke stad toch wel.

Na het station loop ik richting de IJssel. Mooie rivier is dat toch. Ik steek hem via de spoorbrug over en wandel naar Hattem. Mooi plaatsje hoor, met stadsmuur en poort, mooie smalle straatjes met keien, leuke huizen. Heel mooi, ook de doorgang door de stadsmuur. Dan loop ik weer naar de IJssel en mag niet veel verder het bos in. De snelweg over, helaas loop ik lange tijd langs een drukke weg. Dan mag ik het bos weer in en over heide. Mooi hoor. Ineens, net als ik weer rusten wil, sta ik aan een drukke weg. Hier is het station al! Tjonge, die 25 km vlogen om...

In Wezep pak ik de trein en ben al snel weer thuis.

Markteweg - Meppel

Al snel loop ik in de landerijen. De bloemetjes bloeien, het zijn er veel. Een boer maait zijn gras, meeuwen kijken of er iets te halen valt. Iets verder vliegen de kievieten krijsend boven mijn hoofd, ze proberen me te verjagen om hun nesten te verdedigen. Lange tijd loop ik door de bloeiende weides tot aan Lichtmis. Het blijkt behalve een gehucht ook een wegrestaurant te zijn, nou, ik heb boterhammetjes mee! De watertoren, die ik van verre zie, doet nu dienst als hotel.

Een vrouw in klederdracht is op het land aan het werk, ik nader Staphorst. Het weer is heerlijk, ik stap lekker door in het zonnetje. Ik wandel Staphorst door, bekend om de streng christelijke leer en loop dan lange tijd langs een drukke weg. Dat is niet inspirerend en het asfalt helpt ook al niet. In Meppel pak ik de trein naar huis.

.Meppel - Beilen

Het is 28 december en ik ben weer eens op pad. Dat is lang geleden zeg, maar er zat een maand of twee Nepal tussen. Ook leuk.

Ik ben vrij en wil toch echt wat langer weg. Dus pak ik dit pad op omdat er hier wel een overnachtingsmogelijkheid is waar dit elders niet mogelijk bleek.

Ik begin in Meppel. Gek stadje is het toch met zoveel vergane glorie, vergane industrie en een lege winkelstraat. Ik ken het van onze kanotochten, maar raar is het wel hier op deze manier zo te zijn. Er staan fonteinen in de gracht en kerstversiering, waar wij vorig zomer kanoden.

Meppel loop ik uit. Het is grijs en een beetje donker en vrij fris. Het waait nauwelijks en dat maakt het dat het eigenlijk best lekker is buiten. Het eerste stuk is niet heel erg boeiend. Ik volg een kanaaltje waar ook wegen langs lopen, later wordt het landelijker. Ik heb de top 2000 op een oortje, het ander oortje houd ik vrij voor de geluiden onderweg.

Het kanaaltje verlaat ik en loop naar Kokenge. Een dorp ontstaan door de veenafgraving. Het kerkhof staat een met er of tweehonderd bij de kerk vandaan, die iets buiten het dorp staat. De kerk is het enige dat oud aan doet hier, verder lijkt het vooral veel nieuwbouw. Een zaal verraadt dat er ook wel getrouwd en gerouwd wordt, het staat naast de vrijgemaakte kerk.

Na een stuk spoorlijn loop ik door het bos van een voormalig landgoed. In het grote huis wordt nu gewoond en dagbesteding gevoerd door en voor, ja wie? Ik denk mensen met een beperking, welke wordt me niet duidelijk.

Ik pak het kanaal weer op, door stedelijke bebouwing en loop door een bosje en langs de spoorlijn naar Hoogeveen. Ik ga er even zitten en zie dat ik heel dicht bij mijn hotel ben. Dat vind ik gemakkelijk, 26,5 km na Meppel. De kamer kan ik nog niet in want de wc wordt gemaakt door iemand die geen Nederlands spreekt. Dus neem ik eerst maar een kopje koffie.

Zo, nu douchen en eten. De top 2000 op de tablet, ik vermaak me hier wel!

Ik ben lekker op tijd weg vanmorgen. Het landschap bestaat voornamelijk uit hoogveen, je kan zo ver kijken hier en namen als Siberië geven niet het gevoel dat het zo prettig vertoeven is hier. De veenkoloniën dus, en in kamp Kremboong werden 240 Joodse dwangarbeiders te werk gesteld. Van hieraf is de route wel iets leuker. Ik loop door een beekdal en zie het riviertje zo af en toe. Wijster, het dorp dat ik passeer, heeft een mooie brink.

Hierna volg ik de spoorlijn weer, best saai in dit weidse landschap. Zo kom ik in Beilen. Boe boe, bla bla, we maken DOMO-vla. Dat zo'n reclamespotje zo lang blijft hangen zeg, in de fabriek gebeurt niet zoveel meer...

Beilen - Kamp Westerbork

Ik loop Beilen uit en over het terrein van een psychiatrische instelling. Natuurlijk staat deze naast de spoorlijn, handig. Je hoeft niet echt ver de deur uit voor een zelfmoordpoging. In de oorlog zijn vele inwoners van deze instelling gedeporteerd.

Het gaat alleen maar rechtuit nu, langs het spoor. Ik passeer het Oranjekanaal, hier hebben we gekanood. Dit kanaal was belangrijk in de toevoer en afvoer van goederen voor Kamp Westerbork. Ik mag nog even een ommetje maken, lekker door het bos en langs een voormalig Kamp.

Bij Hooghalen ga ik rechts en loop door bossen en langs de sterrenwacht. De spoorbielzen zijn rechtop langs de weg gezet, op de bielzen prijken bordjes met de data van het transport naar Auschwitz of een ander vernietigingskamp, en het aantal mensen dat in die trein vervoerd werd. Ik word er stil van. In het kamp staat nog een originele barak, het huis van de kampcommandant staat er nog en er zijn diverse prachtige monumenten op gericht. Zoals de sterren die het aantal slachtoffers symboliseren, de trein waar een geluidsband de namen van de slachtoffers opnoemt en bovenal de omgebogen spoorrails. 105.000 mensen werden gedeporteerd naar vernietigingskampen, slechts 5000 overleefden het.

Een heel indrukwekkende plek, dit Kamp Westerbork. Goed dat het in ere gehouden wordt. Opdat we niet vergeten.

Dit is het eindpunt van deze tocht. Niet mijn eindpunt van vandaag, in tegenstelling van al die mensen in de Tweede Wereldoorlog keer ik terug. Lopend naar de bus en mat de trein naar huis. Met toch wel een vreemd gevoel in mijn lijf; wat een gekte in die oorlog, wat een haat, en wat een geluk dat ik het bezoeken mocht.