LAW 13. Hertogenpad
Vandaag begin ik aan de eerste meerdaagse van het Hertogenpad. Het is 9 januari en het is fris. Er schijnt een waterig zonnetje en het zal een paar graden boven nul zijn. Maar geweldig: het is droog!
Ik stap in Uden uit de bus. Ik ben maar een meter of driehonderd van de route, dat is mooi. Kijk, daar is de eerste markering al en ik loop snel het bos in. Informatieborden vertellen me iets over vluchtelingenoord Uden. Kennelijk is hier in het verleden een groot dorp geweest voor Belgische vluchtelinge, met villa's, een ziekenhuis, school en zelfs een renbaan.
Ik loop door een afwisselend gebied, door bos en over hei, langs weides en landbouw en langs zandverstuivingen. Mooi is dat, die afwisseling. Na Strabroek loop ik nog door bos en dan via een fietspad met ecoduct de A50 over. Daar achter ga ik even zitten, het is tijd voor de lunch.
Ik wandel langs een plek waar twee grondplaten over elkaar heen schuiven. Daar zie je niets van, van dat schuiven tenminste. Wel is er een groot verschil in de bodem. De ene kant laat water door en de andere kant niet. Zo zijn de hooggelegen landerijen nat en de laaggelegen landerijen droog. Opvallend.
Ik mag dan over een laag kammetje, het is smal, stijgt en daalt, geweldig. Nu loop ik voornamelijk door bos, maar pak ook nog een stukje landbouw mee. Ik ga nog even zitten want anders ben ik te vroeg bij mijn overnachtingsplek...
Die ligt 550 meter van de route. Na 17,85 km stap ik mijn b&b in Heeswijk binnen. Een eigen tuinhuisje in een fantastisch mooie tuin. Ik mag gebruik maken van de sauna boven, en ik kan me laten masseren. Nou... Ik sla deze keer over.
Ik ga zo mijn eigen potje koken en lekker vroeg naar bed hoop ik!
Ik heb vannacht prima geslapen en ben al vroeg op stap. Ik loop terug naar de route en wandel over smalle paadjes en langs de boomgrens aan de ene kant en kleinschalige weilanden aan de andere kant. Dit loopt lekker zeg, het is een mooie dag en ik heb er zin in!
Ik wandel lekker door, het glooit soms wat, de paadjes zijn zacht, eekhoorntjes klimmen de boom in en een hert vlucht voor me weg. Ik loop het bos uit, door een leuk landbouwlandschap, en kom bij kasteel Heeswijk. Het is een kasteel zoals het moet zijn: met toren, een flinke gracht en kantelen. Ik loop hierna lange tijd langs de Aa, een heel leuk bochtig riviertje en zie een bordje van een kano-instapplaats. Leuk, hier wil ik wel eens varen! Dan wil ik er bij Seldensate wel even uit. Het is een mooie ruïne, vroeger een kasteel, alleen de fundamenten staan er nog maar geven een mooi beeld van hoe het geweest is.
Ik vervolg mijn pad onder Den Bosch langs. Den Bosch is best groot dus doe ik er best lang over, maar het is leuk lopen hier dus ik vind het helemaal best. Ik pik het pad langs de Dommel op, ik ben op voor mij bekend terrein nu en loop door de Bosche Broek naar de stad.
Ik vind het altijd weer een verrassend mooie en leuke stad. De stadsmuren en de grachten, de leuke straatjes, het leeft en de sfeer is goed. Ik loop naar het station, na deze tweedaagse ga ik maar weer eens naar huis.
Aan de thee, naast mijn tent in Helenaveen. Het eten zit er in en mijn lief heb ik gebeld. Nu is het tijd om te relaxen en te lezen en te schrijven. Het is lekker weer, het werd een graad of 23 en ook nu is het nog lekker. Wel komen er wat wolken aan waarvan ik denk dat er regen in zit. We zullen het zien. De zomer was extreem droog en ook nu, op 3 september 2018, schreeuwt de aarde om water.
Vanmorgen reisde ik naar Deurne. Een reis met hobbels. Ik kwam uit de slaapdienst en haalde mijn rugzak op, ik was wat vertraagd. Met de NS vertraagde ik meer. Ik dacht nog de goede kant op te gaan want boven Zwolle reed er niets, na Hilversum ook maar mondjesmaat en naar Arnhem was het ook gestremd. In Den Bosch bleef mijn trein staan met een technisch mankement, het werd dus een half uur later. De bus in Deurne reed wel, ik zat klem tussen de scholieren, gezellig hoor. Na 10 minuten mag ik er uit, ik hijs mijn rugzak op en het begint te druppen. Niet lang gelukkig, als ik de markering zie is het al weer droog. Ik loop langs een stromend beekje, of is het een kanaaltje? Er staan bunkers aan het watertje, dat overigens ondiep is en vol waterplanten. Het is onderdeel van de Kazematten Peel-Raamstelling lees ik, en een schuilplek voor vleermuizen. Ik ga er thuis maar eens iets over opzoeken.
Ik loop wel een uur over het onverharde pad langs het water, ga een spoor over en langs een kanaaltje verder. Gietingveen heet het hier, er is een restaurant, kerk en school. Het kanaal lijkt niet heel erg bevaarbaar, al zijn er ophaalbruggen maar ik denk niet dat die ooit nog gebruikt worden. Ik loop lekker door, het bos in. Rechts is loofbos, links dennenbos. Even verder loop ik een veengebied in. Volgens de gps zijn hier meertjes maar het water is weg. Of het is te droog, of het is verveend. De zandweg is lang en recht, fijn dat er een eind aan komt. Maar dan mag ik een kronkelende paadje op waar het uitzicht telkens anders is, mooi hoor. Ik zie enorme velden met hoog gras en een enkele boom, het bos is vrij open en verrek, hier is wel een meertje.
Dan loop ik een asfaltweg op. Boeren zijn de bieten aan het rooien. En hier is de camping. Heel ruim, er zijn drie lege caravans en een bezette. Ik hoef maar 7 euro te betalen. De mevrouw van de camping kijkt me vol ongeloof aan. Uit Amersfoort komen lopen? Nee joh.....
4 september.
Daar zit ik dan, in mijn stoeltje naast mijn tentje. Mijn benen heb ik voor me uitgestrekt, het is geen gezicht: ik heb blote voeten, toch lijkt het of ik witte sokken aan heb.
Ik sliep heel slecht door eigen onrust. Stom maar niets aan te doen. Vanaf 6 uur worden, ook al is het nog donker, met veel kabaal de aardappels gerooid. Ik ben er dus op tijd uit.
Er kwam nog laat een busje aan gisteren, de dame staat naast me haar tanden te poetsen. Gek hoor, heel gewoon op de camping, elders is het best intiem.
Om iets over acht ben ik weg. De gps heeft moeite de positie te bepalen, dan loop ik links van de weg, dan weer rechts. Ineens heeft ie de geest en bevind ik me op de weg. Al 1,5 km gelopen volgens de gps, ik geloof er niets van.
Ik loop het fietspad naast een weg op en volg het wel een uur. Best saai. De enige afleiding is een boom zonder bast. Er liggen bloemen en er staat een bordje bij. Vast en zeker is hier iemand verongelukt. De namen doen me vermoeden dat het iets buitenlands is. Vast een dronken Pool. Nou ja zeg, ga je schamen voor je vooroordelen! Daarna ga ik de snelweg onderdoor en het boerenland in. Ik ben een boek over het eten van vlees aan het lezen, nou, hier zie ik bio-industrie zat. Varkens worden in een vrachtauto's afgevoerd en kijken me nog even aan. Die zie ik nooit meer terug, misschien als sparerib of karbonade, maar daar heb ik dan geen idee van. Er zijn heel veel grootschalige varkenshouderijen hier, en als ze geen varkens houden, houden ze koeien. Het stinkt overal. Maïs wordt van het land gehaald, voer voor de beesten en nou nou, hier is groente- en fruitteelt. Ik loop al een anderhalf uur op asfalt en mag heel even een zandweg op. Dan word ik weer linksaf een gloednieuwe asfaltweg opgestuurd, waar ze een stukje verder nog mee aan het werk zijn. Een wals maakt met veel kabaal de kanten plat, vrachtauto's brengen grind. Links van me is de Peel, maar ik loop er steeds maar weer omheen. Eindelijk, na 15 kilometer mag ik het natuurgebied in. Over een zandweg, oh heerlijk zeg! Het is er meteen mooi, ik wandel tussen veengronden door waar het gras hoog staat. De paadjes worden smaller en ik mag over knuppelbruggetjes. Ook hier is het kurkdroog, hier hoort blubber te zijn, maar de grond is door de warmte en droogte gebarsten. Mooie gele bloemen hier zeg, thuis moet ik echt opzoeken wat dat is. Ik mag ook de heide op. Helaas is die niet zo paars, ook al door de warmte en de droogte, toch zitten er nog mooie paarse stukjes tussen.
Als ik van de heide af ben en de hoek omsla, zie ik de spitse toren van Meijel. Doordat ik het bos in mag zie ik de toren lange tijd niet, tot ik ineens in Meijel sta. Er is kermis, de jeugd hangt om de kerk, ik vind iets verder een supermarkt waar ik 1,5 liter frisdrank koop. Het is 24 graden en ik had 1,5 liter water bij me, echt veel te weinig. Bij het kapelletje voor de vrouw (let wel: voor de zwangere vrouw en de vrouw die zwanger wil worden, en voor een goed huwelijk) maak ik de fles soldaat. Zo, dat smaakt!
Ik wandel het best wel grote dorp uit. Het heeft duidelijk een streekfunctie met al die winkels en horeca. Ik loop tegen een kanaaltje aan dat door het bos loopt. Hier sla ik rechtsaf en volg het lange tijd. Mooi watertje hoor. En net als ik het zat begin te worden, zie ik de camping.
Voor 8 euro sta ik er dan. De douche kost 50 cent, geen probleem, ik heb het er graag voor over. En na de globetrotter maaltijd ga ik maar eens goed relaxen.
5 september
Zo. Ik zit in de trein van Roermond naar Utrecht. Vooral dat zitten vind ik fijn. Gisteren 34 kilometer en vandaag 31. Na de laatste pauze vandaag kwam ik bijna niet meer op gang. Ik ben best wel een beetje moe geloof ik. Ik sliep uitstekend vannacht. Het is nog steeds warm, ik lag onder mijn slaapzak. Om half zeven sta ik op, genoeg gelegen voor vandaag.
Ik doe het heel rustig aan en om acht uur hijs ik de rugzak op mijn rug. Dag schone camping, misschien kom ik hier ooit nog wel eens met de kano langs. De camping is aan drie kanten door water omsloten. Ik loop tegen een kanaaltje aan en Sla rechts af. Er ligt een balk in het water, kennelijk mag er niet verder gevaren worden. Lopen dus wel, over het grindpad. Aan de andere kant van de vaart loopt een drukke en lawaaiige weg.
Die steek ik verderop over en loop geruime tijd over asfalt. Het is saai, zo langs de weg, niets aan te doen. Hier is weer heel veel veeteelt, en overal groeit mais. Eindelijk mag ik, na 15 kilometer, het bos in. Het bospaadje is lekker zacht en ik zie een bankje. Daar ben ik al een uur naar op zoek. Maar deze sla ik over. Er zit een zenuwachtig blaffende hond achter me en daar wil ik vanaf. Ik loop dus even door en inderdaad, het blaffen sterft weg. Ik loop in een heel mooi natuurgebied: het Leuvendal. Een beekje slingert door het bos met hoge wallen en uitgesleten stranden, bomen liggen over en in de beek en ik zie een ijsvogel. Mooi man.
Daar is het bankje, ik ga zitten en kom er echt niet zomaar meer van af.
Door maar weer, langs een restaurant en verder langs de beek. Er is een watermolen en daar is het druk met zestigplus fietsers.
Ik loop verder door het glooiende bos. Het is uitkijken, ook hier zijn bomen over het pad gevallen en ik moet bijna op mijn knieën om er met mijn rugzak onderdoor te kunnen. Lekker hoor. De omgeving wordt wat opener, er is kleinschalige landbouw en ik loop dan Horn in. Een dorp op een heuveltje en een mooi kasteeltje. Dat kasteeltje heeft een rijke historie, al vanaf 1350.
Iets verder ga ik in een weiland tegen een boom zitten, in de schaduw. Mijn ogen vallen soms dicht.
Na die pauze geef ik noodgedwongen gas al lukt dat bijna niet meer. Ik moet de Maas over, en de meren, en het Maaskanaal. Het houdt niet op. En ook niet over, ik loop door Roermond, langs de stadsmuur en door de winkelstraten. Er zijn vele pleintjes met horeca en gekke huizen. Ik hoef er niet zo nodig te blijven en vind het station. De trein vertrekt over 5 minuten, mooi, ik vind het helemaal goed.
En daar zijn we weer, op het Hertogenpad. Het is 26 september, de zon schijnt en het is zo'n 18 graden. Prachtig weer dus, heerlijk, ik mag er weer op uit.
Ik stap achter Deurne weer uit de bus, bij bushalte Kraaienhut. Ik zit dan al op de route, dat is handig. De vorige keer stapte ik hier ook uit, nu loop ik naar het noorden. Er staan hier ook nog veel varkensstallen en ook grote koeienstallen. Er wordt voornamelijk maïs verbouwd en het grootste deel is al geoogst. Ook vandaag zijn ze weer bezig.
Ik loop over zandwegen, lekker hoor, soms even een stukje asfalt. Ik wandel door de Deurnse Peel, mooi is dat. Een hoogveengebied, de kale witte berken steken af tegen de blauwe lucht, het paadje is smal en overal is groen. Er is een vliegveldje rechts van me, ik zie het niet en volgens mij is het in onbruik. Of het in de Tweede Wereldoorlog ook gebruikt werd weet ik ook al niet. Wel kom ik een oud radarstation tegen dat door de Duitsers werd gebruikt. Hiermee werd de positie en de hoogte van het vijandelijk doelwit berekend en kon er gevuurd worden. Er resten wat stenen op het heuveltje, de radar is al heel lang verdwenen.
Ik mag de Stippelberg in, eerst door het hoogveen, dan de bossen in. Er staat landhuis waar gejaagd werd, de bossen er omheen werden vanaf 1893, toen textielbaron Ledeboer het landgoed kocht, aangeplant. Het is een mooi bos, met kronkelende paadjes, met dennen, amerikaanse eiken en beuken. Het glooit een beetje doordat het bos op oude stuifduinen staat. Mooi hoor.
Ik loop zo lekker dat mijn lunch wat laat wordt. Maar waarom zou je niet om 14.30 uur kunnen lunchen... Dat doe ik dan maar en stap daarna lekker door, verder door het bos dat nu van natuurmonumenten is
Na het bos loop ik over een lange rechte zandweg, dat is wat saai. Ik kom vandaag door geen enkel dorp, dat is raar, ik zie helemaal geen kerktorens. Dan mag ik landgoed Cleefswit in. De eigenaar van dit gebied is de Maatschappij van Welstand, een vereniging die vroeger aan protestantse gezinnen land verhuurde voor weinig, die zo een goed bestaan konden opbouwen. Nu wordt er natuur ontwikkelt staat op een bord. Ik vind het nu al erg mooi met de kleinschalige open stukjes tussen de stukken bos, de nooit rechte paden en de poelen. Ze willen geen paarden in dit gebied en doen hun best dit te voorkomen. Man wat een barricades!
Als ik op de grote weg kom weet ik dat de camping dichtbij is. Op de camping kan ik niemand vinden, ik bel dus maar en straks zal iemand mij komen opzoeken. De tent staat dan ook al. Het is een boerderijcamping waar nu niemand is, al zijn er wel vaste plaatsen. Het sanitair is mooi en de veldjes groen. Alleen jammer van die crossmotoren, wat is dat een akelig geluid. Maar die zullen zo ook snel ophouden, zodat ik de vogeltjes op de camping beter horen kan.
Ik sliep niet best. Waarom weet ik niet, maar om 1.40 uur was ik wakker en kon de slaap niet vatten. Tot ik ineens om kwart over zeven wakker schrok...
Om vijf voor half negen ben ik weer op pad. Met een valse start: de batterijen van het fototoestel zijn leeg, dus moet ik eerst de rugzak afdoen en na een flinke graafactie weet ik de verse te vinden. Zo, dat is ook weer gebeurd. Vanmorgen heb ik de batterijen van de gps ook al ververst, je kan er druk mee zijn.
Ik vind de route terug en loop langs industrie, dat weliswaar kleinschalig is maar wel heel erg stinkt. Dit kan niet goed voor je zijn! Er staat een huis te koop, nou, wie wil hier met deze stank nu wonen? Het bungalowpark staat ook al op een voor mij onlogische plek. Riep ik gisteren nog dat ik geen kerk gezien had, nu zie ik er twee kort achter elkaar. De eerste is een kleine witte, in het bos verscholen. Het lijkt aan een woonhuis zijn vastgeplakt en hoewel ik de kerkklokken hoorden luidden, zie ik niemand. De tweede staat in het dorp Handel. Het is best een grote kerk, het dorp is ook best groot met een winkel en diverse horeca en een hotel. Ik loop het dorp uit, mag over landweggetjes van natuurcentrum de Specht en loop dan Huize Padua op. Dit is een groot terrein van een psychiatrische instelling. Er staan oude huizen, prachtige panden in Amsterdamse stijl, en wat een ruimte zeg! Er zijn grote weides voor geiten en andere beesten, bossen en vennetjes, alles voor de rust denk ik. Aan het begin van het terrein is een museum, waarin het verhaal verteld wordt over de veranderende visie op wat vroeger "krankzinnigheid" genoemd werd en hoe er nu mee omgegaan wordt. Van dwang en opsluiting, vroeger door de broeders en zusters, verplicht medicatiegebruik tot aan de inzichten van nu. Heel goed om hier op deze manier mee om te gaan!
Ik loop nu weer het grootschalige landbouwgebied in. Er staan veel grote varkensstallen en ander vee, en man wat zijn de velden enorm groot! Het is wel een beetje saai, maar net ten noorden van Venhorst wordt het toch nog even leuk. Over smalle paadjes loop ik door een veengebiedje en langs een schaapskooi, waar net een vracht schapen worden afgeleverd. Ik vind een bankje en ga even zitten, met een paprika. De eerste twaalf en halve kilometer zit er op.
Ik mag dan toch nog een stuk door het bos over een zandpaadje en loop Odiliapeel in. Er is een supermarkt, mooi, want de batterijen van de gps zijn leeg. Alweer? Ja, kennelijk is er iets aan de hand met deze batterijen, want zo snel gaat het anders nooit. Ik zie ook nog een terras en als ik er ga zitten blijkt het restaurant niet geopend te zijn. De andere mensen houden een vergadering, met eigen drankjes. Ja, dat kan ook. Dan loop ik nog wel even door. Dat is wel heel saai, want ik moet om vliegveld Volkel heen. De Duitsers bouwden tijdens de bezetting dit vliegveld, de Nederlanders namen het hierna in gebruik. In het veld staan nog restanten van bunkers en schietstellages van de Duitsers uit de Tweede Wereldoorlog. Op de vliegbasis staan kruisraketten, dat is een publiek geheim, ondanks dat er een democratisch besluit genomen is dat deze er nooit zullen komen. Ik loop om het vliegveld heen, eindeloos al over asfalt. Af en toe stijgt er een helikopter op en ook drie keer een F16, wat een kabaal is dit, dit is echt geen klap aan. Ik ben blij even het groen in te mogen, over een graspaadje door nieuwe natuur waar ook dassen leven. Van hieraf is het eigenlijk wel weer leuk. De omgeving is weer behapbaar, niet zo groots meer. De weilandjes en akkervelden zijn klein en worden door bosschages omgeven. Ik verveel met niet langer, ik word iedere keer verrast door een nieuw uitzicht. Tot ik bijna in Uden sta. Kijk: hier is een monument op de plek waar de kerk van de Belgische vluchtelingen stond. De Belgen werden in de Eerste Wereldoorlog uit hun land verdreven door honger, hier was een groot opvangcentrum voor hen.
In Uden zijn ze met de weg bezig. Ik kan niet bij de bushalte komen en als er ik toch sta, blijkt deze vervallen te zijn. Met moeite vind ik een andere, maar niet met de buslijn die ik nemen wil. Maar goed, dan maar met de bus naar Den Bosch en dan de trein naar huis, dat kan ook.
Daar ben ik twee en half uur later, toch wel een klein beetje trots, dat ik ook dit pad helemaal gelopen heb.