gewoon leven in Kathmandu

03-08-2009


Een gewone dag uit het Nepalese leven van Marcelin: Vroeg opstaan, en om half 7 op stap. Het is toch wel echt vroeg hoor, nog niet alle winkeltjes zijn open en het is niet eens heel druk met bussen enzo op het kleine stukje doorgaande weg waar ik op loop. Ik begin bij mijn appartement om de hoek, waar de weg openligt en ze soms aan het werk zijn. En het een vieze modderbende is. Misschien gaat dit stuk ook wel verhard worden. Dan weer links, en ik loop langs de achterkant van het guesthouse, langs een meubelwerkplaats onder een golfplaten dak. Hier brandt al een vuur als ik langs loop, veel rook en weinig vuur ben ik bang. Rechtsaf, een stenige modderweg omhoog langs een klooster. Dat is een slechte richtingaanduiding, want er zijn 50 of meer kloosters in de wijk. Langs een plek waar afval lag te rotten. Het stonk een paar dagen geleden nog vreselijk. Nu ligt het na te smeulen, iemand heeft de fik er in gestoken en dat is een goed idee. Dat afval is trouwens in de hele vallei een probleem, er is een staking onder de afvalophalers (die zijn er wel degelijk) want ze zullen wel een goede reden hebben, maar in het kader van de hygiëne is dit niet heel handig. Net voorbij de Boudha school sla ik op de grote weg rechtsaf, dat is tegenover de NBC school. De eerste gelijk weer links, omlaag met in de verte het enorme klooster van Kopan en de Gokarna Mahadev, een tempel die ik nog wil bezoeken. In dit straatje zitten allemaal winkels, en een geitenslachterij. Er zijn altijd een hoop mensen. Ze wassen zich, kammen hun haar, zitten elkaar te vlooien, inspecteren hun motorfietsen. Ook wordt er wol gesponnen, en zitten er wat werkplaatsen. Er worden spijkers verkocht, en frisdrank, en fruit. Ook speelgoed, kadootjes en souvenirs. Bij een splitsing ga ik naar rechts, en dan loop ik zo tegen het tehuis aan. Om het tehuis staat een muur, wat erg prettig is. De kinderen kunnen niet weglopen en we hebben niet constant bekijks van langslopende mensen. 

Het gewone en alledaagse van het leven in Nepal wisselt af met het ongewone en het exotische, authentieke van Nepal. Authentiek is volgens mij het meest misbruikte woord in de reisgidsen. Afval dat ligt te rotten is niet authentiek, bouwvallige hutjes wel (ook midden in de stad). Wonen op een vuilnisbelt dan weer niet, maar voddige kleren en vervilte haren denk ik weer wel. Het getik en gehamer de werkplaatsen hier om de hoek waar ze metaal bewerken wel, de toeters en bellen uit de kloosters ook, maar de disco die mij gisteren tot half 2 wakker hield niet. De monniken en nonnen zijn natuurlijk heel authentiek, maar de mobiele telefoon in hun hand dan weer niet. De stoepa wel, de winkeltjes erom heen waar ze meuk (overigens vaak erg mooie meuk) verkopen ook, maar de supermarkt niet. Ik vind het allemaal boeiend, juist die mengeling van alles. Van modern en traditie. Van raar, voor mij dan, en gewoon. Dat die bedelaars elke dag op dezelfde plek zitten, en tussendoor uitgebreid met elkaar zitten te kletsen. Dat de monniken ook gewoon een sociaal leven hebben, en bevriend zijn met niet-monniken. En dat ze zo goed kunnen multi-tasken: tijdens het lopen van de kora (rondjes om de stoepa) de rozenkrans bidden met de ene hand en bellen met de andere. Ik vreet het allemaal en vraag me af hoe ik zo moe kom aan het eind van de dag.....