bruiloft in "the village".
Bruiloft in "the village".
Er lag een heel mooie uitnodiging voor een bruiloft voor ons klaar: donkerblauw met boeddhistische tekeningen er op en in een taal die we niet begrepen. Behalve dan de woorden "wedding invitation", maar dat dachten we al. Eerder hadden we begrepen dat we op de bruiloft van Chhoti, de zus van Lobsang, zijn uitgenodigd. We nemen aan dat die uitnodiging hierover gaat en de datum weten we nu, met dank aan de interventie van Lobsang, heel zeker. We hebben er twee verschillende kalenders op na geslagen en het klopt echt: de Nepalese datum komt overeen met zaterdag 3 december. Het is die nacht volle maan en een heel mooie dag om te trouwen, alle voortekenen zijn goed volgens de geraadpleegde lama.
Dus vertrekken we 30 november met de jeep richting the village. Achterin zitten Raju, die met ons als kok ook mee was op trekking, "grote" Pema, de 14 jarige zus van Lobsang, (ze kan ook 13 zijn, of 15, Lobsang weet het niet zeker en Pema zelf ook niet), schoonzus Doma en Ghombu, de oom van Lobsang. Om achterin te zitten mag je niet langer zijn dan 1.65 meter, anders stoot je je hoofd. Ik word hiervoor afgekeurd en mag daarom in de rij ervoor zitten, met Marcelin, Martine en kleine Pema. Voorin zit Lobsang met alle jassen en tassen, naast de chauffeur. We worden al om vijf uur in de ochtend opgehaald, rijden naar Lobsang en Martine waar alle spullen op het dak gehesen worden. Zoals de tenten voor de blanken (de anderen slapen ergens binnen tussen de gasten) en een deel van het eten voor de bruiloft zoals kilo's uien, twee kilo knoflook en twee kilo rode pepers. Je zou eens tekort komen!
We rijden naar Kiji Palate. De weg is het eerste deel erg goed en vervolgens een paar uur heel redelijk. Na Serise, waar wij twee jaar geleden onze trekking "Sherpaland" begonnen, is de weg heel slecht. We hobbelen en glijden, lijken een paar keer om te slaan waar juist de afgrond diep is en botsen tegen een rotsblok op de weg. Marcelin heeft spierpijn van het zich schrap zetten en gilt het af en toe uit. De chauffeur toont zich een vakkundig man, maakt zich niet druk en loost ons overal doorheen. Om half zes, net voor het donker wordt en na een reis van een uur of twaalf, zijn we er. En dat is toch mooi dat dit nu kan. Voorheen moest je naar Jiri met de bus, een reis van een uur of acht, en dan was Kiji Palate nog drie of vier dagen lopen. We boffen dus maar. Niet alleen wij, die hier een keertje gebruik van maken; zeker ook de plaatselijke bevolking. Bijvoorbeeld stemmen moet in je geboortestreek gebeuren, er zijn dan hele volksverhuizingen van mensen die in Kathmandu wonen en naar hun geboortedorp reizen. Het is geweldig dat de aanleg van de weg zes dagen lopen voorkomt, dat scheelt toch echt veel tijd. En geld, want tijdens de reis kan je niet werken, en niet werken betekent geen geld verdienen.
Wij overnachten in de lodge van de broer van Namgel. Namgel was onze gids tijdens onze trekking in Dolpo, hij werkt nu in het buitenland. De familie wordt opgetrommeld, er wordt eten voor ons gekookt en om een uur of acht liggen we in bed. Nou, liggen... soms denk ik dat ik er boven zweef: ik dein nog enorm na van de reis en heb het gevoel dat dat ik op zee zit.
De volgende ochtend lopen we naar the village. Na een uurtje of drie lunchen we bij Ghombu thuis. We kijken op hoge bergen in Rolwaling en zelfs Everest is te zien, er is een mooie tuin bij het huis en de koeien en geitjes lopen over het land. Dit is een prachtige plek!
Het is dan nog een uurtje lopen naar het ouderhuis van Lobsang. Er wordt hard gewerkt. Er komen een man of tweehonderd op de bruiloft is de verwachting, dus moet er heel veel eten en drinken gemaakt worden. Er is een koe geslacht en al het vlees wordt in kleine stukken gesneden. De vrouwen maken chang: maisbier. Mais is met water en gist gemengd en de mais wordt na een paar dagen gisten uitgeknepen. Het bier, zo'n 300 liter, wordt in grote tonnen bewaard. De raksi, "local wine", heeft veel langer mogen gisten. Sterk spul man, het alcoholpercentage varieert tussen de 10 en 35, afhankelijk uit welk vat getapt wordt. Er wordt hout verzameld, heel veel hout, voor de kampvuren van de visite en voor de kookvuren. De waterput is opgedroogd, vrouwen lopen met een kan op hun rug, waar een liter of vijftien in past, naar de dichtstbijzijnde waterplaats. Dat is zo'n acht minuten lopen en tien minuten lopen terug omdat ze dan bergopwaarts moeten. Het water wordt in grote tonnen bewaard, maar er wordt ook veel water gebruikt, voor de chang, de raksi, de afwas en het koken. Dus wordt er eindeloos veel water gehaald, duizenden liters, ben ik bang. Cchotti is ook aan het werk, vader en moeder ook. We worden hartelijk door ze ontvangen. Broer Kami, de man van Doma, is er al een paar dagen en heeft ook al veel werk verzet. Leuk hem hier te zien, en hij is vooral blij Doma weer te zien.
De komende twee dagen is iedereen hard aan het werk. Wij leveren ook inspanningen: we ontdoen een landje van maisstengels, snijden matten om op te zitten en zetten koffie voor onszelf. Zweet op mijn rug! Inmiddels is er een hut gebouwd voor de bruidegom en zijn familie en vrienden: zij zullen hier de nacht doorbrengen. Iets verder is een Nepalese dixi neergezet: een groot gat in de grond, omringd door planken en een bouwsel met plastic zeil. Er zijn heel veel heel grote pannen geleend bij buren en Urken, nog een broertje, komt met een enorm grote stereo aanzetten. Wat een feest... Binnen liggen vier zakken rijst van 30 kg, in de schuur staan er nog twee. De dag van de bruiloft wordt 's ochtends begonnen met koken. Op het menu: dal baath. Goh, wat een verrassing! Baath, de rijst, is er genoeg hopen ze. De dal ontbreekt, er wordt een vleescurry en vleessaus (soup) geserveerd. Alles van de koe is gebruikt, ik vind wat stukjes lever en nier in mijn vleescurry, het vet zit voornamelijk in de saus. Chhoti is nog druk bezig met van alles, ze trekt zich nergens iets van aan. Wij worden in Sherpakleding gehesen. Marcelin wordt in een heel mooie paarse Sherpajurk geholpen, met schort (want ze is getrouwd niet waar!), ik krijg ook een jurk aan. Een tjuba: een traditioneel Sherpakleed. Ik wordt bijna doormidden getrokken door de bijpassende band om mijn middel en daarna moet één arm uit de jurk, de mouw wordt op mijn rug vastgebonden. Vader kan er maar niet over uit dat wij in Sherpakleding zijn: ik moet vervolgens heel vaak met hem op de foto. Om een uur of vier beginnen de gasten binnen te stromen en even later arriveert de bruidegom met zijn gevolg. Het is een kleurrijke groep: de mensen hebben hun mooiste kleding aangetrokken, veelal de traditionele Sherpakleding. De bruidegom heeft een hoed op met rode touwslierten en wordt op de voet gevolgd door iemand die een kleurrijke paraplu boven zijn hoofd houdt. Vooral binnen, waar het best laag is, is dit een kunstje, dat hij niet zo heel goed blijkt te beheersen. De lama is ook meegekomen en ze gaan het huis van de bruid binnen om zich voor te stellen. Er is ook iemand bij met een soort van toeter of fluit, sjonge wat een geluid, de rillingen lopen over mijn rug. De bruidegom begroet iedereen persoonlijk en gaat daarna met zijn gevolg mee naar zijn hutje. Binnen zit iedereen of aan de Sherpathee, de chang of de raksi. Het kost me moeite om mijn koffiemok met raksi niet weer volgeschonken te krijgen. Ineens staat er weer iemand voor je neus met de fluitketel drank om de mok weer vol te gieten. Wel scherp blijven dus: hand op de mok en vriendelijk en lachend weigeren. Dat scherp blijven valt niet mee na twee slokken. De drank stijgt naar mijn hoofd, en op 2500 meter hoogte is het effect van alcohol toch al iets groter dan op zeeniveau. Ik ga maar eens buiten kijken, neem mijn kop mee en vind een stukje land waar ik ongezien mijn mok kan leeggooien. Chhoti is nergens te bekennen, ze is waarschijnlijk water halen. We gaan eten, er wordt voor zo'n tweehonderd man opgeschept. De bruidegom en zijn gevolg krijgt ook te eten, net als alle andere gasten. We warmen ons bij één van de vele kookvuren, want man, wat is het koud. De afgelopen dagen werden we wakker in een tent waar een dikke laag ijs op lag, vanavond lijkt het nog kouder. Na de afwas wordt de muziek aangezet. Er zit een volumeknop op de stereo maar die is overbodig: het moet op z'n allerhardst. Het geluid vervormt maar dat mag de pret niet drukken. Er wordt vrolijk gedanst waarbij de mensen zich in een kring tegen de klok in voortbewegen. De drank vloeit rijkelijk en ook de bruidegom met zijn gevolg heeft een feestje. Bij hun hutje, net een landbouwterras lager, is een groot kampvuur en wordt gedanst. Ze hebben hun eigen stereo meegenomen, wat moet je zonder, en ook hier is de volumeknop overbodig.
Na middernacht is Chhoti mooi aangekleed en vindt er een ceremonie plaats in het hutje van de bruidegom. Daarbij is naast het bruidspaar ook de lama van de bruidegom aanwezig en die van de bruid, en de directe familie. Het is vooral een langdradig en voor mij onbegrijpelijk gebeuren, dus blijven de beide stereo's kabaal maken en mensen blijven drinken en dansen. Wij hebben het gehad en duiken de tent in. De gasten niet: om 8 uur 's morgens wordt er nog steeds gedanst. Lobsang heeft het helemaal gehad: hij heeft alle giften ontvangen en genoteerd wie hoeveel geld geschonken heeft. Veel gasten zijn nu toch naar huis gegaan, over de smalle bergpaadjes een paar uur lopen en dat met een borrel op. Andere gasten zijn er ook gewoon nog en er wordt weer gegeten. En gedronken. De bruidegom en zijn gevolg heeft waarschijnlijk niet of weinig geslapen in het hutje. 's Middags, na de lunch, wordt er weer gedanst en komt een groep mensen voor het huis van de bruid een Sherpadans uitvoeren. Ze vertrekken naar binnen en komen met Chhoti, die mooi aangekleed is, naar buiten. Ze gaat mee naar het hutje van de bruidegom waar vervolgens een ceremonie, uitgevoerd door beide lama's, plaatsvindt. Iedereen moeten vervolgens gaan zitten op neergelegde matjes en krijgt in groepjes wat te drinken aangeboden door zingende gasten van de bruidegom. Ik drink hierna wat uit mijn mok, ze gaan weer zingen en schenken bij, ik drink weer uit mijn mok. Ik ben blij dat het bier is, gewoon schuimend pils van vijf procent, en niet die raksi die de keel uit brandt. Na dit ritueel omhangen we het bruidspaar met kata's en dan gaat Chhoti mee met de groep van de bruidegom. Niet ver, want ze komen terug: in huis zegt de bruidegom iedereen nog persoonlijk gedag, weer met drank en liederen, en hierna gaat Chhoti dan echt mee met de groep naar het huis van de bruidegom. Ze wordt begeleid door een vriendin en haar zusje, die een paraplu boven haar hoofd houdt. Bij de boog van groen en bloemen, die bij de ingang van het erf staat, wordt uitbundig afscheid genomen. Chhoti knuffelt haar broers en ouders, er wordt een traantje gelaten, en dan loopt ze in de juichende en dansende groep echt weg naar het huis van de bruidegom. Een uur of vier lopen, alsof het niets is.
Wij blijven de dag erna nog: Lobsang is nog druk met van alles opruimen en ordenen en wij moeten even bijkomen van de korte nacht, alle indrukken en de raksi. Dan gaan we terug: we lopen een ander pad dan de heenweg en naar een ander dorp. Daar zien we Chhoti met haar man, ze komen ons uitzwaaien, gezellig. We overnachten in een lodge maar dit is geen groot succes: de bedden zijn keihard en ik pas er niet in. De kamerwanden zijn van karton en als de buurman zich omdraait, draait Marcelin vanzelf mee. Overal is herrie, van snurkende Sherpa's en van mannen die in hun slaap praten, van kinderen die hun huiswerk maken, van een alarm dat afgaat en nooit meer uitgezet wordt, van tv's die midden in de nacht keihard aangezet worden, van hard pratende mensen. We hebben een geweldig goede nacht....
De dag er op hebben we een prima reis terug. We rijden in drie uur naar Ogudunghla en daarna over een heel goede weg naar Kathmandu. Onderweg zien we heel hoge bergen en kijk, daar is ook Everest weer. De zonsondergang, als we bijna in Kathmandu zijn, is geweldig mooi. Ook nu zien we heel hoge bergen, die oranje kleuren. Ik voel me gelukkig en bevoorrecht. Wat een belevenissen de afgelopen dagen en wat een uitzicht nu. En wat fijn dit met deze goede vrienden te mogen meemaken.
Daarna gaat het hard. We hadden nog een dagje in Kathmandu (sinterklaas vieren!) en vlogen naar huis. Dat ging vlot: in achttien uur van deur tot deur. En nu dus thuis, met een warme douche, verwarming en sneeuw buiten. Wat een gekke wereld.
Heb het goed allemaal!
Hans.