Back Home

18-12-2018

Een week ben ik thuis. En dat is soms heel gewoon, soms gek, soms heel fijn en soms heel stom.

Na de trekking hadden we zo'n tien dagen om er naar toe te leven dat we naar Nederland zouden vliegen. Je went er aan, aan dat idee. Het idee dat het tijd is om je koffer te pakken, aan de terugreis te denken en weer het Nederlandse leven op te pakken. Dat maakt het voor mij makkelijker om de overgang te maken en bij thuiskomst niet direct in een depri gemoedstoestand een vlucht naar Nepal te boeken.

De resterende dagen in Nepal hebben we prima besteed. We bezochten o.a. Shangrila Home. Dit kinderhuis dat door Belgen gerund wordt biedt plek aan zo'n zeventig kinderen die om wat voor reden dan ook niet meer thuis kunnen wonen. Er zijn veel kinderhuizen in Kathmandu, niet elk huis is betrouwbaar. Ook Nepalezen hebben ontdekt dat er geld te verdienen valt aan een kinderhuis. Ze noemen het een "weeshuis", verzamelen enkele kinderen die hier wonen kunnen, laten westerse vrijwilligers overkomen die veel betalen moeten voor hun vrijwilligerswerk en vertellen westerlingen zielige verhalen die hun project dan wel willen sponsoren. Uiteindelijk gaat er weinig geld naar de kinderen, maar verdienen ze er zelf een heel dik salaris mee.

Er is dus een weeshuisindustrie ontstaan, een variant binnen de bedelindustrie, omdat er steeds weer westerlingen zijn die met de allerbeste bedoelingen iets betekenen willen voor kinderen in Nepal. Ze houden hier onbedoeld een slechte situatie mee in stand. Shangrila Home noemt zichzelf een kinderhuis, geen weeshuis. Dit gaat trouwens ook op voor Tiom Laura Marinka Home, dat door Nederlanders gerund wordt en waar wij ook wel banden mee hebben. Ook deze organisatie vind ik heel betrouwbaar, voor hen steek ik mijn hand in het vuur. Veel kinderen die in deze tehuizen wonen hebben nog wel ouders of familie, maar deze kan niet voldoende voor hen zorgen. Er wordt altijd contact gezocht met familie en dat wordt vervolgens schriftelijk vastgelegd. Als familie echt niet voor ze zorgen kan, blijft het kind in het tehuis wonen. Ondertussen wordt contact zoveel mogelijk gestimuleerd en aangemoedigd.

Veel van deze kinderen zijn "gevonden" op straat, straatkinderen dus. Jonge zwervers die overdag bedelen en stelen om hun eten en geld voor hun lijmsnuifverslaving bij elkaar te krijgen, die 's nachts een slaapplek zoeken. Een heel onveilige situatie dus, vooral voor zulke jonge kinderen. Zij worden in het kindertehuis opgenomen en na een periode van gewenning draaien ze vaak heel goed mee met de andere kinderen. Dat kinderen hier op straat komen te leven, daar verbaas ik me nog wel eens over, maar dat is hier een noodzakelijk kwaad. Armoede ligt er aan ten grondslag, maar daarnaast ook vaak alcoholisme, een zwaar onderschat probleem in Nepal. Er is nooit onderzoek gedaan onder de Nepalese bevolking, het zal me niet verbazen dat het percentage alcoholisten heel hoog is. Ik zie regelmatig dronken mannen op straat, maar ook wel dronken vrouwen. Dan weet ik natuurlijk niet wat er zich achter de deuren afspeelt, maar daar is naar wat ik hoor het probleem zeker aanwezig. Een symptoom hiervan zie ik op feestjes, waar ik eigenlijk steeds minder graag heen ga. De manier waarop hier met drank omgegaan wordt irriteert me en stuit me steeds meer tegen de borst. Constant moet ik uit leggen dat ik één glaasje bier genoeg vind, constant moet ik mijn hand op mijn glas houden om niet bijgeschonken te worden, constant moet ik nee zeggen. Nepalezen vinden kennelijk dat een feestje pas echt geslaagd is als iedereen goed dronken is. Nu is er een tijd geweest dat ik dat ook zo ervaarde, ergens in mijn jonge jaren, maar dat ligt al heel ver achter me. Dat gaat een keer over, maar hier kennelijk niet. De groepsdruk en het steeds weer aandringen drank te nuttigen staat me erg tegen. Het is voor mij een voorbeeld hoe er met drank omgegaan wordt. Daar komt bij kijken dat oorzaak en gevolg door Nepalezen vaak niet met elkaar verbonden wordt: een mooie en tegelijkertijd heel irritante gewoonte. Vaak hoor ik dat iemand aan leverproblemen overleden is. De link naar drank wordt niet gelegd en consequenties, als bijvoorbeeld het voornemen minder of niet te drinken, helemaal niet.

Door alcoholisme kunnen ouders niet of onvoldoende voor hun kinderen zorgen, die dan vervolgens in de kinderhuizen terecht komen. Sneu, maar vooralsnog de beste oplossing. Verder worden ook veel kinderen verstoten. Als een moeder hertrouwt accepteert de vader de kinderen uit het eerste huwelijk vaak niet. Zij komen dan op straat terecht en worden dan uiteindelijk in door westerse landen gefinancierde kinderhuizen opgenomen.

Er valt hier natuurlijk nog heel veel over te zeggen: over hoe het anders kan, over de kern van het probleem, over of wij westerlingen, door de kinderhuizen te financieren het probleem niet in stand houden. Die discussie laat ik hier achterwege: ik vind het mooi te zien hoe de kinderen van Shangrila Home gelukkig zijn, hoe ze zich veilig en verzorgd voelen en blij zijn dat er naar hen omgekeken wordt, dat ze liefde van de staf en elkaar ervaren. Daar word ik dan ook weer blij van. Na de aardbeving heeft dit kinderhuis de prijs wel betaald: ze leefden op straat, daarna in tenten, daarna in barakken en in tijdelijke onderkomens. Nu staat er een prachtig gebouw: een jongensdeel en een meisjesdeel waar de slaapkamers en sanitaire voorzieningen zijn, en een gemeenschappelijk deel waar gekookt en gegeten wordt en waar de speelkamers, studeerkamers en opleidingskamers zijn. Er is een voetbalveld en een basketbalveld, kinderen spelen buiten en het plezier spat er van af. Het is echt prachtig.

Ook Marinka Home heeft een heel mooi nieuw gebouw. En ook hier word ik gelukkig van die blije kinderen, die liefdevol en veilig opgevangen worden.

Het houdt niet op bij opvang: deze kinderhuizen investeren ook veel in opleiding, zodat de kinderen een goede basis hebben om zich te kunnen redden als ze volwassen worden.

We bezochten ook een project in Bhaktapur, de koningsstad zo'n vijftien kilometer van ons guesthouse. Het is een project voor en door mensen met een lichamelijke beperking en soms ook mentale beperking. Zo hebben ze het "door to door education project" opgezet. Kinderen die niet of nauwelijks de deur uit kunnen door hun lichamelijke beperking worden door onderwijzers bezocht en krijgen een paar uur per dag individueel les. Met resultaat: er zijn mensen die hun school afgemaakt hebben en geslaagd zijn. Verder wordt geldelijke en andere ondersteuning geboden aan mensen met een beperking om het onderwijs in eigen tempo te kunnen volgen. Er is een fonds om mensen te kunnen ondersteunen bij mogelijke noodzakelijke operaties of onderzoeken en sinds een paar maanden runnen ze een hostal, waar vier mensen wonen die thuis niet de ondersteuning kunnen krijgen die ze door hun lichamelijke beperking nodig hebben. De stichting noemt zich "voice of equal opportunity", een mooie naam vind ik waarmee aangegeven wordt dat emancipatie van de gehandicapte hun grootste streven is. Bij ons bezoek wordt de boekhouding er altijd bijgehaald want transparantie staat heel hoog in hun vaandel. Daarna worden alle projecten doorgesproken en vaak is er een vergadering voor ons georganiseerd, waarbij alle medewerkers moeten komen opdraven. Een enkele keer wordt het groots aangepakt: dan komen alle deelnemers ook nog eens langs om zich voor te stellen en te vertellen wat ze met de ondersteuning van de Voice gedaan hebben.

De vergaderingen vinden plaats in het mooiste gedeelte van het gebouw, dat is op de eerste verdieping. Onder aan de trap blijven krukken en rolstoelen achter en een ieder kruipt of waggelt de trap op, kruipt door de gang naar het lokaal en klimt een stoel op. Maar dan zit je wel in een super mooi lokaal! Op weg naar buiten ontstond er nog een ander probleem: net voor de voordeur had iemand, i.v.m. het aanstaande feest Dashain, een prachtige mandala gemaakt. Die mag niet betreden worden. Ik heb nog een wedstrijd hink-stap-sprong voorgesteld, met de nadruk op de sprong over de mandala, het bleef echter verdacht stil. Het werd dus een wedstrijd "mensen over de mandala tillen", waarbij Marcelin en ik de enige deelnemers waren. Sporten konden we hierna wel overslaan. Ook na een bezoekje aan het "pretpark" met deze lui. Het is hilarisch en heel gezellig, maar na tien attracties en tien keer drie mensen de attractie in- en uittillen begon ik mijn rug toch wel te voelen....

We maakten ook nog een heerlijke wandeling, van Nagarkot naar Changu Nayaran, dat bovenop het einde van een bergkam ligt. Een mooi plekje, met een heel oud en imposant tempelplein. We bleven er een nachtje, aten natuurlijk dal baath en rolden de hele nacht van de ene op de andere zij op een in beton gegoten matras.

Sinterklaas kwam ook nog langs, we werden verwend zeg! Daarvoor hebben we uiteraard heel hard gezongen, zijn een heel jaar zoet geweest en hadden erg ons best gedaan. Dat werd beloond, de rugzak werd met nog eens vijf kilo cadeaus gevuld. We proppen, sleuren en stuwen, man wat een klus iedere keer. Ik heb vier ons teveel, gelukkig doen ze niet moeilijk.

Thuis is het goed. Ik heb een heel leuk leven. Een lieve familie en lieve vrienden, heel leuk werk en we doen samen ook nog eens veel leuke dingen. Het is goed dus. Al heb ik al wel gekeken of een tripje naar Nepal in het voorjaar tot de mogelijkheden behoort....